Er zijn twee manieren om onderdelen te markeren ...
Een driecijferige code voor waarden van 10 en hoger
XY ZX - Eerste cijferY - Tweede cijferZ - Voeding van tien 220 zou 22 = 22 x 10 ^ 0 (1) 221 zijn 220 = 22 x 10 ^ 1 (10) 222 zou 2200 = 22 x 10 ^ 2 (100) 223 zijn 22.000 = 22 x 10 ^ 3 (1000)
Het minimum voor deze codering zou 100 = 10 x 10 ^ 0 zijn en het maximum zou 999 = 99.000.000.000 = 99 x 10 ^ 9 (1.000.000.000) zijn
Voor waarden onder de 10
gebruik je een karakter om de komma te vervangen
bv 3R3 = 3.3R33 = 0.33
R wordt gebruikt voor ohm.
Voor weerstanden is de waarde meestal in ohm Voor condensatoren is de waarde meestal in pico farads
b.v. een condensator gemarkeerd met 103 is 103 pF = 10 x 10 ^ 3 (1000) pF = 10nF = 0,01 uF
Voor inductoren is de waarde meestal in micro henryse.g. een inductor gemarkeerd met 220 woulf be 22uH = 22 x 10 ^ 0 (1) uH
Het onderdeel gemarkeerd met 3R3 is een 3.3 ohm weerstand aangezien R wordt gebruikt op weerstanden.